[sws_ligne_bleu]Dubbelinterview van Vincent Doumier en Philippe De Keyser[/sws_ligne_bleu]

doumier de keyser lite Na 15 jaar voorzitterschap van Spullenhulp heeft Mr Philippe De Keyser vandaag een stap opzij gezet voor zijn opvolger Mr Vincent Doumier. Hij is geen onbekende figuur van de VZW, aangezien hij reeds jarenlang lid is van de raad van bestuur. Een dubbelinterview ter gelegenheid van het doorgeven van de fakkel.

Meneer De Keyser, kan u in enkele woorden de balans opmaken van Spullenhulp, nu u uw voorzittersmandaat doorgeeft aan de heer Vincent Doumier?

Philippe De Keyser : Ik was vijftien jaar lang Voorzitter van de Raad van Bestuur van Spullenhulp. In heel die periode kon ik getuige zijn – en gaf ik hopelijk ook deels de aanzet tot – diepgaande evoluties en sterke ontwikkelingen van de middelen die Spullenhulp hanteert. Die vorderingen kon ik vaststellen in onze sociale werking bij kansarmen, en meer bepaald bij daklozen, maar ook op economisch vlak. En dan bedoel ik het inzamelen, sorteren en verkopen van kleding en allerlei andere tweedehandsspullen.

Sociaal blijven wij trouw aan de filosofie van de stichter van de vereniging, E.H. Edouard Froidure, die in 1937 al af wilde van de ‘eenzijdige bijstand’. Hij wou met elke persoon in nood die hulp kreeg, een contract ‘op maat’ afsluiten, om hem zo te helpen beetje bij beetje weer een plaats in de maatschappij te veroveren, onder meer door het uitoefenen van een activiteit op de diensten van de vereniging. Maar de voorbije jaren hebben wij dit inschakelingsproject nog meer kansen op slagen willen geven. Daarin kadert de oprichting van een nieuwe vereniging, ‘Een Eigen Dak’, die de oude bewoners van het Onthaaltehuis na hun verblijf verder begeleidt. Zo wordt samen gezocht naar huisvesting, een opleiding, werk. Het Onthaaltehuis is dus nog slechts een etappe – die in duur verschilt per geval – terwijl de diensten die na deze etappe worden aangeboden, aanzienlijk werden uitgebreid.

In die vijftien jaar werd ook het atelier ‘Horizon’ opgericht, dat steun krijgt van het Europees Sociaal Fonds en dat jongeren een beroepsopleiding in elektromechanica geeft, met een afwisseling van theorie en praktijk. Onlangs kreeg ook het project voor de uitbouw van een Onthaaltehuis voor jonge daklozen tussen 18 en 24 jaar concreet vorm. Het werd ons inderdaad steeds duidelijker dat ons Onthaaltehuis voor volwassenen niet aangepast was voor jongeren. Algemeen kunnen we stellen dat de sociale acties van Spullenhulp tot doel hebben om mensen die in nood zijn of in armoede leven, weer zelfstandig te maken en dat ook te blijven. Dat betekent ook ze de mogelijkheid bieden om weer sociale banden te smeden. Armoede is niet alleen een kwestie van geld. Ze wordt vaak veroorzaakt door een grote eenzaamheid, en heeft dat zeker altijd tot gevolg. Daar moet in de eerste plaats een einde aan gemaakt worden, met het heraantrekken van de banden met familie, vrienden, collega’s op het werk, enz.

Ook op het vlak van onze economische activiteiten heb ik in 15 jaar een grote ontwikkeling gezien in de professionalisering van de sector. Maar het is wat kunstmatig om ‘sociale acties’ volledig los te koppelen van ‘economische activiteiten’. In werkelijkheid heeft het inzamelen, sorteren en verkopen van tweedehandskleding en -voorwerpen (in onze 18 winkels) ook een grote sociale impact. Op de eerste plaats dragen deze activiteiten bij tot werkgelegenheid, want wij hebben zowat 200 mensen in loondienst. Ten tweede kunnen mensen met een lage tot zeer lage koopkracht op deze manier toch het hele gezin kleden en het nodige geven. Dat is ook de doelstelling van onze ‘sociale kruidenierswinkel’, waar minderbedeelde gezinnen voedingsproducten kunnen kopen voor ongeveer de helft van de prijs in de supermarkt. Sinds enkele jaren hebben de economische activiteiten trouwens bijgedragen tot de financiering en dus de ontwikkeling van de sociale acties waar ik het eerder over had. En dat is beslist te danken aan de teams en hun directeurs.

Met welke moeilijkheden kreeg u te maken?

Philippe De Keyser : Het grootste probleem is erin slagen om de vereisten die verbonden zijn aan het beheer van de economische activiteit te verzoenen met de sociale begeleiding van de kansarmen die bij ons komen aankloppen. Het economisch doel is duidelijk, namelijk winst maken. Het sociale doel is niet meteen tegenstrijdig, maar wel anders. Daar gaat het erom mensen die zware klappen kregen in het leven weer in te schakelen in de samenleving. Dagelijks overleg tussen de verantwoordelijken van de economische activiteit en de maatschappelijk werkers is dus noodzakelijk.

Welke zijn de grootste uitdagingen?

Philippe De Keyser : Buiten wat ik net aanhaalde, en dat praktisch een dagelijkse uitdaging is, werkt de vereniging momenteel ook aan een grote wending, namelijk de opening – heel binnenkort hoop ik – van een nieuwe fabriek in Anderlecht. Daar zal niet alleen het textiel kunnen gesorteerd worden, zoals nu in Sint-Pieters-Leeuw, maar ook alle andere meubelstukken, huishoudtoestellen, fietsen, enz. die we van onze gulle schenkers krijgen.

Dit is niet enkel een puur ‘technische’ evolutie, maar een globale evolutie van de vereniging, want veel sorteeractiviteiten en diensten die momenteel aan de Amerikaansestraat in Elsene zitten, zullen worden overgeheveld naar de site van Anderlecht. Er zal dus moeten op toegezien worden dat niet alleen het hele potentieel van die site goed wordt benut, maar ook dat het ‘economische’ en het ‘sociale’ luik op elkaar blijven aansluiten.

Meneer Vincent Doumier, u neemt de fakkel als voorzitter over van de heer De Keyser. Waarin lijkt u op elkaar en waarin verschilt u?

Vincent Doumier : Philippe De Keyser en ik leerden elkaar precies veertig jaar geleden kennen in het Actiecomité van de Marollen, dat zich toen al inzette voor de huisvesting van de minstbedeelden en voor de opleiding en tewerkstelling van laaggeschoolden. Sindsdien zijn we blijven samenwerken in de sociale sector, en meer bepaald bij Spullenhulp, waarvan ik al 13 jaar bestuurder ben. Mijn vader, generaal Edmond Doumier, was trouwens 15 jaar lang Voorzitter van Spullenhulp, alvorens Philippe De Keyser het overnam. Een kleine anekdote… mijn moeder opende de eerste ‘kledingwinkel’ aan de Amerikaansestraat. De relaties tussen de familie Doumier, Spullenhulp en Philippe De Keyser zijn dus erg hecht en duren al erg lang.

Wel legde ik een ander professioneel parcours af dan Philippe De Keyser. Hij was advocaat, ik ben een econoom. In die hoedanigheid kon ik van zeer nabij meewerken aan het beheer van allerlei bedrijven in uiteenlopende economische sectoren, wat ik trouwens nog altijd doe. Het gaat soms om echte boegbeelden van onze economie. Ik denk dat deze ervaring nuttig zal zijn in de uitoefening van mijn nieuw mandaat bij Spullenhulp.

Philippe De Keyser : Ik kan getuigen van de zowel sociale als economische competenties van Vincent Doumier, omdat ik hem al ken sinds 1973. Ik twijfel er geen moment aan dat hij een uitstekend voorzitter zal zijn van deze onderneming die aan sociale economie doet, want dat is Spullenhulp.

Meneer Doumier, welke zijn uw prioriteiten voor de komende maanden?

Vincent Doumier : Ik wil graag iedereen ontmoeten die bij Spullenhulp werkt en ik ben van plan om alle diensten rond te gaan.

Ik hecht bijzonder belang aan het dossier van de nieuwe fabriek in Anderlecht, want als alles goed gaat, zou de bouwvergunning binnenkort moeten afgeleverd worden en zouden de bouwwerken tegen eind dit jaar kunnen beginnen.

En tot slot geloof ik dat de problematiek van de huisvesting van kansarmen bijzonder acuut is in Brussel. Onze vereniging ‘Een Eigen Dak’ moet dus meer opvangcapaciteit krijgen en we moeten onze partnerships met de sociale immobiliënkantoren onderbouwen.

Meneer Doumier, hoe zal uw inzet voor Spullenhulp concreet vorm krijgen?

Vincent Doumier : Net als vroeger zal de vereniging dagelijks collegiaal beheerd worden door haar Algemeen directeur, de heer Julien Coppens en door de Voorzitter. Ik zal er dus over waken om alle daden te stellen die nodig zijn voor dit dagelijks beheer en, om het dagelijks leven van de vereniging goed te kennen, zal ik ook deelnemen aan de vergaderingen van het Directiecomité. Ik zal er ook op toezien dat er minstens wekelijks een individueel gesprek plaatsvindt met de Algemeen Directeur.

Meneer De Keyser, waar gaat u nu uw tijd aan besteden?

Philippe De Keyser : Daar maak ik me geen zorgen over. Ik heb nog altijd een grote passie voor de sociale en politieke actualiteit en de onderwerpen zullen niet ontbreken. Ik heb ook een groot gezin, waar ik me nu meer zal kunnen om bekommeren. Ik ben zeker niet van plan om Vincent Doumier ‘in het oog te houden’, maar hij kan altijd bij mij terecht als hij advies of raad nodig heeft.