[sws_ligne_bleu]Interview van Yannick Roels, Verantwoordelijke van “BXLR Cup”[/sws_ligne_bleu]

Kunt u ons uitleggen wat de ‘Belgian Homeless Cup’ in feite is?

De ‘Belgian Homeless Cup’ is een sociaal-sportief project. Wij benutten de kracht van voetbal in een project voor de herinschakeling van mensen die geen dak boven het hoofd hebben en/of die sociaal in een acute moeilijke situatie zitten. Dit procedé kan zowel inwerken op sociaal vlak (opstap naar maatschappelijke hulpverlening, toegang tot vrijetijdsbesteding, heropbouw van het zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld), als professioneel (opleiding, werk). Meteen leidt dit tot vorderingen op fysiek vlak, omdat de lichaamsconditie en dus ook de gezondheid verbetert.

Wij organiseren evenementen (vooral tornooien op openbare plaatsen) en steunen de oprichting en ontwikkeling van lokale teams. Zo zijn er nu bij de trainingen 14 ploegen betrokken, wat neerkomt op meer dan 350 mensen. Er zijn jaarlijks over de 450 trainingen, drie nationale tornooien en vier regionale tornooien.

Sinds wanneer bestaat dit initiatief en hoe ontstond het?

Het initiatief ging van start in Antwerpen, toen in 2008 een ploeg werd samengesteld om deel te nemen aan de Wereldbeker voetbal voor dak- en thuislozen in Melbourne. Het jaar daarop werd de ‘Belgian Homeless Cup’ op de sporen gezet. Daarbij werd goed gewaakt over het evenwicht tussen het sportieve en het sociale aspect. Intussen wordt het initiatief jaar na jaar professioneler en krijgt het meer en meer erkenning door de overheid en bij het grote publiek.

De BXLR Cup, de Brusselse divisie van de ‘Belgian Homeless Cup’, zag het levenslicht in 2010, met de ‘Barons de BXL’. Dat team verdedigde de eer van de Brusselaars in de ‘Belgian Homeless Cup’. Maar één enkel team was niet genoeg, want er waren heel wat mensen in noodsituaties die wilden meedoen. Daarom werd beslist om een volwaardig tornooi in te richten in Brussel. In het begin ging het om een informeel initiatief van de CAW Archipel – Hobo, de ‘Foyer des Jeunes’ en Buurtsport Brussel, maar dat evolueerde sindsdien naar een serieuzere competitie met 12 ploegen en een eindtornooi dat vorig jaar plaatsvondin het slachthuis van Anderlecht.

Wie zijn de partners?

Om onze doelstellingen lokaal te bereiken, rekenen we op de medewerking van sociale structuren en voetbalclubs uit de Belgische nationale divisie. Momenteel zijn er 50 sociale organisaties, 11 gemeentelijke sportdiensten en 15 voetbalclubs bij het project betrokken.

Nationaal hebben we als partner de sociale pijler van het Belgisch voetbal, de Football+Foundation. We krijgen ook steun van de verschillende regeringen, de Koning Boudewijn Stichting, het Fonds Prins Filip en uit de privé.

Welke filosofie zit er achter het hele project?

Daklozen en mensen in noodsituaties krijgen vaak een stigmatiserende stempel opgedrukt en kampen met uitsluiting. Deze situaties kunnen leiden tot grote eenzaamheid en een zeer laag zelfbeeld. Dankzij de positieve dynamiek van een sportactiviteit – in dit geval voetbal – kunnen we de mensen die het maatschappelijk moeilijk hebben helpen om beetje bij beetje weer meer zelfvertrouwen te krijgen. Door deze activiteit beseffen ze weer wat ze kunnen, maken ze weer deel uit van een groep waarin banden kunnen gesmeed worden. We willen ze volop betrekken bij het hele gebeuren en ze de kans bieden om regelmatig in groep te werken om samen een doel te verwezenlijken. Zo leren ze ook hun eigen verantwoordelijkheid opnemen. Dit effent meteen het pad naar doeltreffende hulpverlening, naar opleiding, naar werk. Op deze manier maken ze zich de vaardigheden en attitudes eigen die van pas kunnen komen in hun onmiddellijke persoonlijke omgeving, maar evengoed in een werkomgeving.

Om dit allemaal waar te maken, moedigen wij de samenwerking tussen sectoren aan. Zo worden verschillende partners (voetbalclubs, sociale organisaties, politieke diensten) samengebracht rond een ploeg. Dit maakt het gemakkelijker om een bepaalde problematiek grensoverschrijdend aan te pakken.

Daarnaast is het ook zaak om een bepaalde boodschap, een imago over te brengen aan de maatschappij zelf. Enerzijds geloven wij in de kracht van mensen. Anderzijds moet er een signaal gestuurd worden naar de samenleving en zeker ook naar de politiek, want er moeten ook structurele problemen worden aangepakt.

Welke effecten had dit project tot nu toe?

Op de eerste plaats is er de invloed op de deelnemers zelf, rechtstreeks tijdens de tornooien of via de maatschappelijk werkers. De spelers zijn in de wolken en zien verbetering op tal van gebieden (verslaving, relaties, huisvesting, werk…).

Vervolgens hebben ook de maatschappelijk werkers en de partners van de lokale ploegen er heel wat aan. Zij kunnen doordringen tot een publiek dat moeilijk te bereiken is via de klassieke sociale hulpverlening. Het werk tussen verschillende sectoren onderling leidt ook tot de opzet van andere initiatieven voor de aanpak van lokale problemen.

Uit de steun van de overheid en van de sponsors blijkt dat ook zij tevreden zijn over een dergelijk initiatief.

En tot slot kregen wij veel aandacht in de media, zowel van de schrijvende pers als van radio en televisie.

Hoe ziet u de toekomst van het project?

We willen het aantal ploegen uitbreiden, onder meer in het Franstalige landsgedeelte. Tegelijk werken we aan de structuur van onze tornooien, want dat moet de plek blijven waar de ploegen elkaar ontmoeten en zich kunnen ontplooien. Wij willen ook het publiek diversifiëren, bijvoorbeeld door de deelname van meer vrouwen.

Wat inschakeling via sport betreft, willen wij middelen uitwerken die lokaal kunnen ingezet worden, en waarom ook niet voor de beoefening van andere sporten. Als er meer ploegen bijkomen, zullen we ook ontmoetingsplaatsen moeten kunnen aanbieden waar we deze middelen kunnen toepassen en waar de werkers goede werkwijzen kunnen uitwisselen.

Maar welke weg we ook inslaan, we mogen vooral nooit uit het oog verliezen voor wie we het allemaal doen en altijd blijven toezien op dat evenwicht tussen de sportieve en de sociale kant.